Reisboot
met eigen boot waterwegen verkennen 

Indeling en omvang van de boot   (tekst is concept in bewerking)

 

Als we op zoek zijn naar een huis dan weten we ongeveer wat we zoeken. We stellen eisen aan de het aantal en de afmetingen van de kamers, woonkamer met of zonder open keuken, tuin of appartement met balkon, garage, berging etc. Daar naast kijken we ook of we de indeling van het huis logisch en prettig vinden en hoe het uitzicht en de ligging zijn. En, misschien wel het belangrijkste: het moet binnen het budget passen en je moet er een ‘klik’ mee hebben. Met het uitzoeken van een boot gaat het net zo: misschien nog een verbouwinkje er tegenaan gooien of als je helemaal niks naar je zin kunt vinden zelfs iets laten bouwen. Alleen wonen we vaak ons hele leven al in een huis en weten we waar we wat we willen maar hoe zit dat met een boot? 

Zelf (ver-) bouwen?

Dit verhaal wil bijdragen aan het voor de koop doordenken van wat je precies zoekt en welke mogelijkheden er op de markt beschikbaar zijn. Mocht het aanbod op de markt onvoldoende bij de eisen passen die je stelt dan is er altijd nog de mogelijkheid om, net als bij huizen, een architect aan het werk te zetten om een boot te maken die precies aan jouw eisen voldoet ('custom build’). Dat is een kostbaar maar vooral de omvang en complexiteit van zo’n project kan niet makkelijk overschat worden. Er is ook een tussenweg: zoek een botenbouwer die de mogelijkheid biedt om een bestaand ontwerp gedeeltelijk aan te passen aan jouw eisen ('semi-custom build’). Dat is ook duurder dan een standaard boot kopen maar minder duur en aanzienlijk minder complex dan de ‘custom build’ aanpak. 

Eisen en wensen

Hoe krijg je eisen en wensen ten aanzien van de indeling van de boot op een rij? Met dat lijstje in de hand kun je boten een rapportcijfer geven. Een boot moet qua uiterlijk ook je smaak zijn; daar valt niet over te twisten maar geef het uiterlijk ook een rapportcijfer. Is het liefde op het eerste gezicht? Wat minder op valt op het eerste gezicht is hoe comfortabel of praktisch de boot is. Een paar van dat soort punten: trapje op, trapje af met het eten en de drankjes naar het keukentje (schommel, schommel), mooie grote slaapcabines maar waar laat je de bagage en uitrusting? Heb je na twee uur sturen pijn in je rug op de stuurpositie? Kun je de boot alleen afmeren als het moet? Al dit soort vragen komen hierna aan bod en daardoor kijk je op een andere manier naar de boot waar je ‘verliefd’ op bent of wordt je ineens verliefd op een boot die je nog niet zo geweldig vond op het eerste gezicht. 

Type indeling

Er zijn een aantal typen aan de buitenkant te onderscheiden, los van de indeling van de binnenruimte. Vergelijk het met type indelingen van huizen als bungalow, maisonette en eengezinswoning. Binnen die apologie is een grote variatie van indelingen mogelijk maar het type bepaalt wel de contouren waarbinnen die indeling moet plaats vinden. Daarom eerst de te onderscheiden typen en daarna de meest voorkomende indelingsvarianten daarvan. Daarbij wordt ingegaan op de Houdt bij het lezen steeds in de gaten wat de praktische aspecten van type en indeling zijn om een goede afweging te kunnen maken. Het gaat om ergonomie: hoe kun je leven, bewegen  en vooral varen in een boot . 

Type Onderdeks

Bij een zeilboot heb je meestal een open kuip en een onderdekse kajuit waarin alle 'leef'-functies zijn onder gebracht. Alles vindt plaats op één bouwniveau, deels onder de waterlijn, deels erboven. De boot is te vergelijken met een bungalow die deels verzonken ligt in de aarde.  De kuip wordt vaak gedeeltelijk overdekt met een tent om het zware weer een beetje buiten te houden. Het enige hoogteverschil dat overbrugd moet worden is vanuit de kajuit naar de kuip. Omdat het varen vanuit de kuip gebeurd en alle andere functies in de kajuit zitten, inclusief de navigatiepositie, moet je vaak dat trapje naar de kajuit op en neer. Omdat de kajuit deel onder de waterlijn zit en deels net erboven zijn de ramen in de kajuit klein en hoog geplaatst. In de kajuit kan je het gevoel bekruipen in een kelder of entresol te zitten door de geringe en vrij hoge lichtinval. Dat kan knus zijn maar wil je iets van de omgeving zien dan moet je toch vaak naar buiten in de kuip. Dat is bij goed weer prima te doen. Er zijn ook motorboten van dit type, vaak met grotere zijruiten. Voordeel van een motorboot van dit type is de lage doorvaarhoogte waardoor je bereik in het binnenland groter wordt. 

Dufour 410: Klik


 

Type deksalon

Deze boten hebben de salon boven de waterlijn waardoor er een ‘halve verdieping' onder het dek is die tot stahoogte gebracht kan worden door het voordek te verhogen of de zitgroep in de salon te verhogen en gebruik te maken van ruimte onder de zitbanken. Bij deze boten zijn de slaapplaatsen en sanitair vaak onderdeks.  Deze boten hebben dus een grotere doorvaarhoogte dan de onderdekse kajuiten maar kunnen nog steeds zonder problemen onder de kritische 3,5 meter  grens blijven.   

Type Fly-Bridge

Gaan we nu op het dak van de deksalon een soort balcon maken met zitplaatsen en een tweede stuurpositie dan spreken we over een ‘fly-bridge’. Door die opbouw hebben ze dus een doorvaarhoogte die moeilijk onder de kritische 3,5 meter grens te houden is. De fly-bridge voegt geen extra binnenruimte toe aan de boot. Dakramen in de salon zijn door de opbouw niet of nauwelijks mogelijk en zorgen dus voor beperking van het daglicht in de salon. Hoewel buiten zitten met een afstand tot motorgeluid aantrekkelijk kan zijn is de praktijk ook dat wind, regen en temperatuur  het bij langere reizen niet vaak aantrekkelijk zullen maken om de boot vanaf de fly-bridge te besturen. 

In ons klimaat Waar het verhoogde achterdek nog te beschouwen is als een ‘tussenverdoeping’ is het dakterras op het stuurhuis, meestal fly-bridge genoemd, een volledige 1e verdieping. Die fly-bridge boten hebben, in tegenstelling tot de AC-versie, altijd een tweede stuurpositie in het stuurhuis op de Begane Grond. Met name in zuidelijke landen is de fly-bridge erg populair. Voordeel is dat je vaak een beter uitzicht hebt dan vanuit het stuurhuis. Nadeel is, net als bij de AC, dat het is moeilijk om een dergelijke model te maken en niet de 3,30 meter hoogte te overschrijden. De fly-bridge is echter vaak niet neer te klappen als het een keer moet. Als je ook in binnenwateren wil reizen moet je dus als eerste kritisch naar de doorvaarthoogte van dit type boten kijken. Bijkomend nadeel is dat het zwaartepunt van de boot hoger komt te liggen en het gewicht en windgevoeligheid van de boot toe neemt. Er zijn varianten die een klein beetje over de rand kijken, half achter de cabine zitten en daardoor minder hoog worden: als je fan bent van buiten sturen is dat misschien een overweging.



Laten we beginnen met het fenomeen achtercabine, afgekort als AC (niet te verwarren met Airconditioning dus). Die achtercabine zit op de plek waar anders de 'open kuip’ of het achterdek zou zijn. Vooral bij de typisch Nederlandse staalbouw jachten wordt dan op het dak van de achtercabine een stuurhut gebouwd met een verhoogd achterdek,  vaak bestaand uit een tent en een ruit die de wind tegen houdt, ook als de tent neergeklapt is. 

Indeling 'koken naast sturen'

Bij motorboten zien we meer verschillende typen. Maar voor een reisboot moet je eigenlijk de basiseis stellen dat er een navigatiepositie is naast de stuurpositie. Wat bedoelen we daarmee? Sturen over een rustig riviertje vergt weinig navigatie. Maar op het moment dat je over drukkere vaargebieden vaart met verschillende blokgebieden voor de marifoon of met verminderd zicht wordt het prettig dat er iemand naast de stuurpositie zit die mede uitkijk kan houden op wat er op het water gebeurd, de marifoon kan bedienen, gegevens over schepen kan opzoeken of zaken op de kaart kan nakijken. Bij slecht weer is een tweede persoon voor navigatie eigenlijk zelfs noodzakelijk. Tja het wordt allemaal wat onpraktisch als je dan een boot koopt waar er naast de stuurpositie de keuken gebouwd is: leuk voor het schillen van aardappelen en spruitjes maar minder geschikt als navigatiepositie. 

Indeling van een boot van Linssen: voorbeeld van een keukenhoek naast stuurpositie

Sommige bouwers verbreden de bank van de stuurpositie dan een beetje zodat je naast elkaar kunt zitten. Dit is meestal een dusdanig smal bankje dat het niet lang vol te houden is zonder elkaar vreselijk in de weg te zitten. Als het wél een tweede volwaardige stoel is let er dan op of de stuurpositie kan worden verlaten zonder dat de ander eerst op moet staan.

 

'One level living'

Een belangrijke keuze is de hoeveelheid trapjes voor hoogteverschillen die je tijdens het normaal gebruik van de boot nodig hebt. Als het achterdek, de salon, het stuurhuis, het zijdek, de keuken en de stuurpositie op één niveau zijn maakt dat het leven een stuk makkelijker. Het betekent dat je tijdens de vaart makkelijk communiceert, geen trapje op en af moet voor de koffie of de lunch 

Voorbeeld van het stapelen van de stuurhut op de achterkabine: Linssen Sturdy AC

De stapeling van stuurhut op achtercabine veroorzaakt vaak wel een probleem met de totale hoogte van de boot. Hoewel het vaak met een hoop moeite neerklapbaar is doe je dit niet zo gauw en zeker niet als het slecht weer is. Hier dus de gevolgen van de hoogte voor het reizen goed vooraf doordenken. Om van een dergelijke boot aan de achterkant op de steiger te komen moet vaak een fors hoogteverschil op een steil laddertje overwonnen worden: goed voor de lenigheid daar niet van. Bij sommige boten is er een rond lopende trap of een hydraulische loopplank te koop die maakt het makkelijker overbrugbaar. Dat is echter een dure oplossing. Let er bij deze boten op dat de stuurpositie bovenop de achterkajuit vaak de enige is: leuk op een mooie zomerdag maar verre van ideaal bij slecht weer en lage buitentemperaturen. Als je op reis bent kun je reizen op dat soort dagen niet altijd vermijden. Dit type boten heeft als groot voordeel dat er een ruime slaapcabine onder het verhoogde achterdek zit. Die cabine mis je bij een open kuip of een laag achterdek. Vanwege die extra ruimte is deze boot populair bij verhuurders: meer mensen op een boot kunnen laten slapen levert hogere veehuurprijzen op. Die extra ruimte heb je minder nodig als je met z’n tweeën onderweg bent of met kinderen of gasten. De nadelen van deze indeling gaan dan niet op de botenshow maar wel in de vaarpraktijk duidelijker worden.  

Dakterras

Waar het verhoogde achterdek nog te beschouwen is als een ‘tussenverdoeping’ is het dakterras op het stuurhuis, meestal fly-bridge genoemd, een volledige 1e verdieping. Die fly-bridge boten hebben, in tegenstelling tot de AC-versie, altijd een tweede stuurpositie in het stuurhuis op de Begane Grond. Met name in zuidelijke landen is de fly-bridge erg populair. Voordeel is dat je vaak een beter uitzicht hebt dan vanuit het stuurhuis. Nadeel is, net als bij de AC, dat het is moeilijk om een dergelijke model te maken en niet de 3,30 meter hoogte te overschrijden. De fly-bridge is echter vaak niet neer te klappen als het een keer moet. Als je ook in binnenwateren wil reizen moet je dus als eerste kritisch naar de doorvaarthoogte van dit type boten kijken. Bijkomend nadeel is dat het zwaartepunt van de boot hoger komt te liggen en het gewicht en windgevoeligheid van de boot toe neemt. Er zijn varianten die een klein beetje over de rand kijken, half achter de cabine zitten en daardoor minder hoog worden: als je fan bent van buiten sturen is dat misschien een overweging. 

Het volgende onderscheid is de open of de gesloten stuurhuis. De meest open vorm is de cabrio: een grotendeels stoffen kap die helemaal open kan bij mooi weer. Een tussenvorm is de 'Hard Top' versie met daarin soms een stof harmonica schuifdak en een achterzijde van stof die bij mooi weer geopend kan worden. 

De gesloten kajuit heeft vaak ook een open dak maar dan van glas en een achterpui van glas die open geschoven of geklapt kan worden. In de open kajuit boten loopt de indeling van de kajuit vaak over van binnen naar het buitendeel onder de stoffen kap. Bij de gesloten kajuiten is de indeling vaak meer gescheiden tussen een binnen en een buiten zit gedeelte. Het leuke van open is natuurlijk dat je midden in de natuur zit. Onderschat echter niet dat het openen en sluiten van grote stoffen constructies best tijd en moeite kost: een dak open schuiven gaat sneller dan een cabrio kap weg klappen. Stoffen kappen hebben overigens een beperkte levensduur en isoleren veel minder goed dan een vaste constructie waardoor je meer verwarmingscapaciteit nodig hebt.

Het volgende type onderscheid bij een motorboot is de bovendekse of de onderdekse kajuit. Sturen doe je altijd bovendeks en slapen en badkamer zijn vrijwel altijd onderdeks maar de plaats van de zithoek en de keuken bepalen het verschil. Je kunt het aan de buitenkant van een boot al zien: als de kajuit bovendeks kort is is het niet meer dan een stuurcabine die de verbinding vormt met het achterdek. Als het bovendeks een lang gerekte kajuit is dan is er meestal ook ruimte voor de keuken en de zit/eet-hoek.

Bij een open stuurhuis is er eigenlijk altijd sprake van een onderdekse keuken en eethoek die s'avonds desgewenst afgesloten kan worden. Bij een gesloten stuurhuis komt beide voor. Vanuit ergonomisch oogpunt is het hebben van alle leeffuncties op één niveau ('one level living') erg comfortabel: je hoeft dan geen trapje op of af naar de keuken en je kunt makkelijk even iets in de keuken doen (b.v. koffie maken) en tussendoor betrokken zijn bij het varen. Het nadeel van de keuken bovendeks is dat de afmetingen ervan vaak beperkter zijn dan die van een benedendeks keuken. Om dat nadeel op te lossen zijn er boten die naast de stuurpositie een L-vormige keuken hebben gebouwd zodat van achter het aanrecht meegevaren kan worden. Daarvoor moet echter meestal een zitpositie opgeofferd worden die vooruit kijkt op de zelfde hoogte als de stuurpositie. Een stuurpositie met een tweezits bank compenseert dat niet echt: je zit dan in een middengrote boot wel erg dicht op elkaar. 

De 'badkamer' kan bestaan uit en aparte douchecel of een douche boven de WC-pot. Het is wel belangrijk dat je in die doucheruimte gaat staan en zitten om te kijken of er voldoende ruimte is om je te bewegen: het kan er krap aan toegaan. En een aparte douche heeft natuurlijk als voordeel dat de rest van de badkamer niet nat wordt. 

Bij de slaapcabines moet je bij de hoofdcabine in ieder geval letten op de toegankelijkheid van het bed: de meeste mensen vinden het niet echt handig om over elkaar heen te moeten kruipen voor het nachtelijke toiletbezoek (de z.g.n. dwarsslaper). Ook zijn er nog boten waar een V-bed in het vooronder gebouwd is en je dus altijd gescheiden van elkaar ligt tenzij je het gat met een plankje dicht maakt maar dan heb je wel weer een uitdaging om er uit te gaan bij het nachtelijk toiletbezoek maar dat kan dan gelukkig wel over het voeteneind of hoofdeind zonder de ander te storen. Vaak kunnen eethoeken omgebouwd worden tot een extra twee persoons bed. De meeste boten in het middengrote segment zullen daar naast ook nog over een tweede of zelfs derde slaapcabine beschikken. Die zijn soms claustrofobisch omdat ze grotendeels onder de vloer van het stuurhuis zitten. Vraag je zelf af of je met meer dan twee aan boord gaat slapen in de praktijk en als dat zo is of het een incident betreft of juist iets wat regelmatig en langer voor komt. Afhankelijk daarvan kun je keuzes maken voor aantal en omvang van de cabine's  Bij grotere boten wordt er dan ook vaak de mogelijkheid voor een tweede badkamer geboden zodat je elkaar niet in de weg zit bij het opstaan....of een splitsing tussen een cabine met alleen een douche en een cabine met alleen een toilet met wastafel. Ook dat werkt sneller als je met een wat groter gezelschap bent.

Niet onbelangrijk is de vraag of je in staat moet zijn om alleen te varen met de boot. In dat geval is het van belang om een zijdeur ter hoogte van de stuurpositie in de kajuit of stuurhut te hebben zodat je direct van achter het stuur de boot kunt vast maken aan de steiger of in de sluis. 

Die stuurpositie zit trouwens vaak aan de stuurboordzijde van een boot: de rechter kant dus. Dat is makkelijk bij het alleen afmeren omdat je toch vaak aan de rechterzijde wil aanleggen. Aan de andere kant zijn er ook voorstanders van de stuurpositie aan de linker kant, net zoals in de auto heb je dan wat beter zicht op het tegemoet komend verkeer van rechts en aanleggen aan de linker kant kan ook. Het is geen optie bij botenbouwers: die stuurpositie zit waar ie zit dus je moet er maar mee leren leven. In een enkele 'trawler-achtige boot zul je nog wel een stuurpositie in het midden tegen kunnen komen. 

Plaats motor: als je kiest voor een boot met een aandrijving via een as en vaste schroef dan zit de motor of de motoren altijd meer naar het midden van de boot, kies je voor een boot met een V-drive, Z-drives of Pod aandrijving dan zitten de motoren meer naar achteren. Waar een motor zit kan geen bed staan en dus heeft dat gevolgen voor de rest van de indeling van de boot. 


Dan komen we aan de standaard indelingen van boten toe. Die is eigenlijk aan de hand van de keuken het best te beschrijven.  

 


Solo te varen
Een tweede inrichtingseis kan zijn dat je alleen wil kunnen losgooien, varen en afmeren. Dat is bij een zeilboot meestal relatief makkelijk: je zit buiten aan het roer en aan de zijkant dus je hebt de wal onder handbereik. Bij heel veel motorboten zit de schipper hoog en droog in een stuurhuis en moet vanaf die positie een sprintje getrokken worden en soms ook nog een trap af, om vast te maken. Nu maar hopen dat er geen smakker gemaakt wordt tijdens zo’n sprint en de boot intussen niet door de wind wordt weggezet. Nou zal niet iedereen alleen varen op een motorboot en kan een bemanningslid dus ook het vastmaken voor zijn of haar rekening nemen. De vraag is alleen of je daarvan afhankelijk wil zijn én het is een stuk gemakkelijker als je met z’n tweën voor en achter gelijk kunt vast maken b.v. in een sluis. Er zijn grofweg twee methoden om dit te bereiken:

Rhea 34, voorbeeld van een boot met aan twee zijden een deur naar het zijdek en doorgang in boeisel voor makkelijk afstappen op steiger


* een zijdeur naast de stuurpositie die op dekhoogte zit waardoor je als stuurman sturen en vastmaken makkelijk kunt combineren. Deze eis beperkt het aantal kandidaten voor aanschaf enorm. De kandidaten met zo'n deur, nog mooier zijn twee zijdeuren aan weerszijde, voldoen vaak ook aan een groot aantal van de andere eisen.



* een afstandsbediening/tweede stuurpositie voor het manoeuvreren, draadloos of bedraad. Je kunt dan als stuurman de laatste meters naar de wal vanaf een positie op het dek sturen en gelijk vastmaken. Het zal duidelijk zijn dat dit soort systemen een prijskaartje hebben waar minimaal vier nullen in voorkomen. Maar los van de kosten zijn niet al deze systemen vrij van storingen in het zendbereik waardoor tijdelijk uitval van besturing kan ontstaan. Het is daarom een overweging om  een systeem met twee frequenties te kiezen om het veilig te houden.  

Eisen aan de aparte ruimten



Koken
Is de inrichting van een kleine keuken thuis al een uitdaging op een boot moet het vaak in een nog kleinere ruimte en dan is de indeling soms super onhandig.

Wat zou moeten.
Ten eerste gaat het om de hoogte van het werkblad

  • Voor personen tot 170 hoog: 85 tot 90 cm hoog, 
  • voor personen tussen de 170 en 190: tussen de 90 en 95 cm hoog, 
  • langer dan 190: 95 tot 100 cm hoog. 

Pas de hoogte aan op diegene die het meest kookt. Een te laag aanrecht zorgt ervoor dat je constant voorovergebogen staat en dat is vermoeiend. Het kookdeel mag verlaagd worden met zo’n 10 cm om goed in de achterste pannen te kunnen kijken maar in een boot is dat gegeven de beperkte ruimte geen handige oplossing en je komt het ook in keukens thuis nauwelijks nog tegen: ‘old school’ dus.

In een ideale wereld is de combi-oven ergens tussen de 100 en 140 cm van de vloer geplaatst dan kun je alles er makkelijk in en uitschuiven. Ook ideaal is om de vaatwasser ongeveer op die hoogte te hebben en ook de koelkast. Het wordt dus dringen op de hoogte van het aanrecht. En die ruimte zul je in een reisboot van bescheiden afmetingen zelden hebben. Het komt er dan op aan prioriteiten te stellen.

De plaatsing van spullen is ook belangrijk. Je werkt in een keuken altijd van ingrediënten naar wassen naar bewerken naar koken naar opdienen. Als je die volgorde door elkaar gooit wordt het een heen en weer gedoe, zelfs als er maar weinig ruimte is voor al die functies. Een gootsteen vlak naast de kookplaat plaatsen is zo’n voorbeeld van onhandigheid.
Kastdeuren, inclusief de koelkast, liefst open laten draaien op een manier die het toegankelijk maakt zonder er omheen te lopen.

Je hebt minimaal 60 cm breedte nodig op het aanrecht als werkvlak om eten klaar te maken. Zorg ervoor dat die ruimte dan ook niet nog eens in beslag genomen wordt door een koffiemachine of een waterkoker.

Zorg voor voldoende bergruimte voor pannen, keukengereedschap en kookbenodigdheden als olie en kruiden.

Een afzuigkap is ook handig anders beslaan al je ramen. 

Met een goede aanrechtverlichting kun je zien wat je doet. 

Rapportcijfer koken.

Ga nu eens met dit verlanglijstje naar een boot kijken, geef dan een rapportcijfer per punt dat hierboven staat en bepaal het eindcijfer.